donderdag 24 april 2014

Foto's locatie Voorschoten



Samenvattende kenmerken diagnose autisme DSM-V

Volg bijgaande link om een pdf te downloaden met een kort en bondige samenvatting van de diagnostische criteria autisme:

https://drive.google.com/file/d/0B4H_zJ1Ro8WgU2M4Q2w1dTJXU0E/edit?usp=sharing

maandag 21 april 2014

Autisme in de DSM-V


Tot voor kort werd de diagnose autisme gesteld op basis van een beoordeling op zeg maar drie gebieden van gedrag: sociaal functioneren, taal/verbeelding en op (stereotiep en rigide) gedrag. Op basis van onderzoek waren er drie mogelijkheden om iemand op het autistisch spectrum te classificeren: klassiek autisme, Asperger en PDD-nos. In de DSM-V kan uitsluitend de diagnose Autismespectrumstoornis worden gesteld. De diagnose Asperger en PDD-nos kunnen niet meer gesteld worden. Iedereen aan wie volgende de DSM-IV nog wel een van deze twee diagnoses is toegekend, moet nu de classificatie Autismespectrumstoornis krijgen.
Welke gedragingen bepalen nu de diagnose autismespectrumstoornis? Enerzijds gaat het om tekortkomingen in het sociaal communiceren en het omgaan met anderen. Anderzijds gaat het om een zeer beperkt of stereotiep/rigide patroon van interesses, bewegen, spreken, een sterk vasthouden aan vaste gewoonten en aan patronen of om een opvallende zintuiglijke onder- of overgevoeligheid. Op beide dimensies is er nu de mogelijkheid om ook een indicatie van de mate van ernst aan te geven: de mate waarin iemand beperking ondervindt van de kenmerken.
Ten opzichte van de DSM-IV zijn de vooral taal-communicatief-gerelateerde aspecten
uit de diagnose gelicht en in een nieuwe diagnose ondergebracht, de 'sociale (pragmatische) communicatiestoornis' (waarover een andere keer meer).
Terug naar de diagnose Autismespectrumstoornis (299.00). Wat zijn de onderscheidende aspecten? Bij het domein ‘sociale communicatie en sociale interactie’ horen: moeite hebben met sociale wederkerigheid, met non-verbale communicatieve afstemming en met het ontwikkelen van vriendschap en relaties. Bij het domein ‘beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten’ horen: stereotiepe motorische bewegingen, hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, zeer beperkte en gefixeerde interesses en hyper-/hypogevoeligheid voor zintuiglijke prikkels.
Op beide domeinen kan/moet ook de ernst van de stoornis worden aangegeven, in termen van de ondersteuning die nodig is en daarvoor zijn drie niveaus: Niveau 1 is de lichtste en sluit aan bij een milde ernst van de kenmerken: moeite met contact, moeite met plannen. Bij niveau 2 heeft iemand substantiƫle ondersteuning nodig, spanning bouwt zich snel op in het dagelijks leven. Op niveau 3 heeft iemand zeer substantiƫle ondersteuning nodig, zelfstandig leven is vrijwel onmogelijk.
Zoals bekend is de DSM geen verklaring voor een ‘stoornis’, maar biedt het een raamwerk tot classificeren. Aan dit classificeren kleven grote sociaal-maatschappelijke consequenties in termen van de hulp die iemand geboden moet worden. Hoe het nieuwe classificatiesysteem in de dagelijkse praktijk gaat uitpakken, moet afgewacht worden.
Wordt vervolgd. 




woensdag 9 april 2014

DSM-5

De nieuwe DSM-V is net binnen! Twee a drie kilo diagnoses en criteria in gebonden vorm. Wat je er ook van mag vinden, het is een indrukwekkend boek. Mooi vormgegeven en met een op het eerste oog heldere opzet. Een van de grootste veranderingen betreft de diagnose Autisme, waarover binnenkort meer.